Hieronder volgen reacties van cursisten,
Dus heeft u linkjes, boektitels of andere informatie die u met anderen wilt delen? Dan kunt u een mail sturen naar info@maieutiek.nl onder vermelding reactie Totalitarisme .
- Naar aanleiding van college 3 van Totalitarisme.
- Datum: 10.10.2018.
- In de nabespreking kwam kort de kwestie aan de orde in hoeverre uitspraken van de rechter zich in sommige zaken verhouden tot de scheiding der machten. Op een aantal punten zijn de geschriften van m.n. Claude Lefort (Frankrijk 1924-2010) interessant.
- Lefort maakt onderscheid tussen democratische beginselen/ uitgangspunten en de concretisering daarvan in instituties en regels/ wetten, de rechtstaat. Beide hebben alles met elkaar te maken maar vallen dus niet samen. Binnen de rechtstaat kan de rechter gevraagd worden om uitspraken te doen over zaken die op gespannen voet staan met de democratische beginselen waarop die rechtstaat is gebaseerd. Geen gelukkige situatie, maar niet ondenkbaar.
- Hij wijst ook op het feit dat een democratie zich kenmerkt doordat de macht een lege plaats is. M.a.w. niemand kan de macht in de democratie voor zich claimen en opeisen. In een democratie zal de macht juist altijd betwist worden (door andere partijen), waarbij ook die andere partijen als ze de verkiezingen winnen er weet van hebben dat ze tijdelijk deze plaats bezetten en de bereidheid moeten hebben deze weer af te staan bij volgende verkiezingen. Lefort wijst erop dat juist deze “lege plaats” een behoefte kan oproepen bij de bevolking aan een sterke leider, aangezien die lege plaats ervan uitgaat en ook zichtbaar maakt dat er niet zo iets is als een definitieve en éénduidige waarheid.
- Een derde element raakt de “volonté générale”. Juist in een democratie wordt duidelijk dat er geen sprake is van een (echte) algemene volkswil (waar sterke leiders juist graag rechtsreeks een beroep op willen doen). Het duidelijkst komt dit naar voren tijdens de verkiezingen. Juist dan wordt een beroep gaan die volkswil, maar wordt die in de meest gefragmenteerde vorm (elk individu één stem) opgevraagd.
Lezenswaardige literatuur is in dit verband.
- Claude Lefort, Wat is politiek, Boom Filosofie, 9789089535948.
- De strijd om de democratie, Rijpkema e.a., Boom Filosofie, 9789024411634.
Jan Bert Modderman.
- Na het college van 10 Oct bleef ik nadenken over twee zaken1. De uitspraak ” Erst kommt das Fressen, dann kommt die Moral ” in de Dreigroschenoper. Berthold Brecht zou die uitspraak als een morele waarschuwing hebben bedoeld, maar het publiek lachte er om (gepeupel, bourgeoisie en elite om verschillende redenen).
In de psychologie kent men de piramide van Maslow. Zonder waarde oordeel stelt Maslow dat er een hierarchie van behoeften is en dat die in experimenten wordt bevestigd. Vindt Hannah Arendt nu (als zij Berthold Brecht bespreekt) dat die behoeften piramide onzin is, en komt dat voort uit haar weerzin tegen de psychologie? Dat zou dan een onwetenschappelijke stellingname zijn.2. De uitspraak in de Urgenda zaak werd door sommigen opgevat als schurend tegen of strijdig met de scheiding der machten volgens Montesquieu. Als ik de Trias Politica lees dan is het de taak van de rechterlijke macht om te controleren of de overheid volgens de wet handelt. Urgenda meende van niet en vroeg de rechter om een uitspraak. Die gang naar de rechter is m.i. niet in strijd met maar conform de Trias Politica.
Iets geheel anders is of Urgenda in het gelijk wordt gesteld en of die uitspraak stand houdt als een hoger rechtsorgaan zich hierover buigt. Men zou kunnen vinden dat de overheid de vrijheid heeft om haar beleid aan te passen of juist dat de overheid gedane beloften moet nakomen. En als daarover geen juris prudentie bestaat, dan vraagt men expliciet om een uitspraak.Zie ik in beide kwesties iets over het hoofd?J.L. Simons
Hieronder een link naar een artikel dat de tekst van Arendt illustreert van J. Poutsma
- Opinion trump Arendt illustratie-1
- De volgende titels uit de Duitse literatuur zijn mooie illustraties bij de analyse van Hannah Arendt (en de uitleg van Petra Bolhuis en Thea Meereboer).Wat laatstgenoemden op filosofisch niveau tillen, is door vele schrijvers op het niveau van het geleefde leven beschreven. Ik geef steeds een korte beschrijving.Ik heb alleen die titels genoemd waarvan ik weet dat er een Nederlandse vertaling is verschenen.De volgorde is naar ontstaanstijd.
- Erisch Maria Remarque (van Im Westen nichts Neues): De weg terug.
Enkele frontsoldaten keren na WO 1 terug in een maatschappij die geen oog en oor heeft voor hun ervaringen.
- Lion Feuchtwanger: De erven Oppermann.
De verschillende houding van leden van de joodse familie Oppermann tegenover het zich breed makende nazidom: van ongeloof, tot verzet en zelfdoding en wat daartussenin zit.
- Anna Seghers: Het zevende kruis.
Over de mislukte ontsnapping van zeven gevangenen uit een KZ in de jaren voor WO2 en daarmee beschrijving van het vooroorlogse Duitsland.
- Stefan Zweig: De wereld van gisteren. Herinneringen van een Europeaan
Hét klassieke portret van de periode tussen eind negentiende eeuw en september 1939.
– Siegfried Lenz – Duits; (oudere vertaling: Duitse les)
Een bijzondere roman over ‘die Freuden der Pflicht’ (de vreugde van de plicht’); een
variant op Befehl ist Befehl. Een politieagent moet het schildersverbod (voor
expressionistische schilders) controlleren – zelfs waar het zijn jeugdvriend Max Nansen
betreft. Maar zoon Sigi vult die Freuden der Pflicht heel anders in …. met gevolgen.
- Sebastian Haffner: Het verhaal van een Duitser ,1914-1933.
In strikte zin geen literatuur, maar een autobiografie van éen van de beroemdste Duitse historici. De titel spreekt voor zich.
- Alfred Andersch: De vader van een moordenaar.
Beschrijving van een les (met een terugblik en vooruitblik): hoe onderwijs kon bijdragen aan een sfeer waarin Hitler en Himmler (waarschijnlijk is hij bedoeld met de moordenaar) konden ‘ontstaan’.
- Edgar Hilsenrath: De nazi en de kapper.
Een gewaagde en groteske parodie door de joodse auteur Hilsenrath. Herinneringen aan de kapperscene uit Lanzmanns Shoah komen op. Aanrader.
- Robert Seethaler: De Weense sigarenboer.
Vertelt beeldend hoe onder ‘gewone’ mensen (de massa) de nazi-ideologie voet aan de grond kreeg. Veel tijdens de colleges genoemde ‘draden’ komen erin voor. Zelfs Freud komt erin voor, als bijna buurman van de hoofdpersoon.
- Bernhard Schlink:
Een verhaal van eind 19e eeuw tot begin 20e; vooral de delen tot aan WO2 geven een goed beeld van de ontwikkelingen in Duitsland, met andere accenten dan anderen, maar ook weer herkenbaar.
Bert Slaa
Bij de opmerking en vraag van Jan Bert Modderman over ‘de zaak’ Urgenda: er is m.i sprake van een misverstand. Niet de gang naar de rechter schuurt met de trias politica (Urgenda heeft dat recht – dat wordt nergens betwist), maar dat de rechter op de stoel van de politiek gaat zitten, of dat lijkt te doen, zou kunnen conflicteren met de scheiding der machten. Het lijkt dan ook te verwachten, dat de rechter in hoger beroep gaat.
Een interessante studie, als bevestiging en concretisering van de analyse van H.Arendt, is: Harald Welzer : Täter – wie aus ganz normalen Menschen Massenmörder werden; Fischer Taschenbuch, Frankfurt/Main, September 2007.
De auteur analyseert diverse onderzoeken naar de zeg maar psychische structuur van de Nazi-beulen. Een conclusie luidde: zelfs decennia na dato hadden ze geen enkel benul iets moreel verwerpelijks gedaan te hebben -in tegendeel. Van wroeging, die zich bijv. uitte in slapeloosheid, depressiviteit e.d was geen sprake. Ze zagen zichzelf als volstrekt moreel handelende personen, werden zelfs tijdens interviews boos als hun moraliteit in twijfel werd getrokken. De voorbeelden zijn eigenlijk te verschrikkelijk om te citeren. Het volgende citaat is een goede illustraties bij het boek van Hannah Arendt en de colleges, het thema is verschillende keren ter sprake gekomen: ‘Ze moordden in zekere zin niet als persoon, maar als drager van een historische taak, waarachter hun persoonlijke behoeften, emoties, weerstanden noodzakelijkerwijs terug moesten treden. Met andere woorden: ze moordden met behulp van een subjectieve distantie tot de rol die ze moesten uitvoeren’ (Welzer, 2007, p.38 – vertaling BS). Welzer komt tot o.a de conclusie (ook al in de colleges genoemd): zonder moraal was deze massamoord nooit te organiseren geweest (p. 40).
Het boek is helaas niet vertaald in het Nederlands; als je niet gewend bent wetenschappelijk Duits te lezen is het lastig, maar wel het proberen meer dan waard.
Een boek wat in het kader van deze cursus relevant lijkt is “Compartimenten van vernietiging; over genocidale regimes en hun daders” van Abram de Swaan. Het boek start met een commentaar op Arendt, de experimenten van Milgram en Zimbardo en de relatie tussen de moderniteit en de holocaust zoals beschreven door Zymunt Bauman, waarna een analyse volgt van genocidale verschijnselen door regimes in de 20 ste eeuw. Hoewel hij de analyse van Arendt niet deelt , de banalteit gaat volgens hem niet op voor iemand als de fanatieke nazi Eichmann, loopt de rest van zijn analyse redelijk parallel met die van Arendt.