“Er zijn bepaalde risico’s – met inbegrip in dit geval van het risico dat we geen risico’s meer kunnen nemen- die we niet kunnen uitsluiten zonder menselijke waarden te verliezen, omdat we nu eenmaal tussen dier en god instaan en een vorm van schoonheid hebben die geen van die twee bezit” (Nussbaum, Breekbaarheid van het goede, Ambo 2006,p.569)
We besteden een groot deel van ons leven in een poging om ons te wapenen tegen de fragiliteit van het menselijk bestaan. We bouwen huizen, leggen voorraden aan, verzekeren ons en degenen die ons dierbaar zijn. Toch moeten we altijd weer concluderen dat we kwetsbaar blijven. We zijn ondersteboven door onverwachte gebeurtenissen, lijden verlies en worden ziek en zijn uiteindelijk allemaal sterfelijk . Nu zijn er mensen die vinden dat we dan met des te meer inzet ons moeten wapenen tegen de nog resterende kwetsbaarheid. Maar er is ook een andere visie. Deze visie die onder meer vertegenwoordigd wordt door Martha Nussbaum stelt dat de kwetsbaarheid onlosmakelijk hoort bij het menszijn. Vanuit dat perspectief blijft wel de pijn van het geraakt kunnen worden bestaan. Er is geen sprake van geromantiseerd lijden. ( Nussbaum werkt ook in ontwikkelingslanden voor de VN en is zich dus ter dege bewust van de gruwelijke vormen van lijden die er zijn) Maar er is het bewustzijn dat geraakt kunnen worden ook de aanzet is om je in te zetten, lief te hebben en te veranderen.