4 gedachten over “Reacties bij Tijdperk van de Tovenaars

  • september 27, 2024 om 4:02 pm
    Permalink

    dag Petra,
    Het artikel waar Jan Hoogwerf het over had stond in de Groene van 15 aug. 2024
    Het luidt; De biologe van het symbioceen van Lynn Margulis.
    Ik wil het volgende week wel meenemen.

    Beantwoorden
  • september 27, 2024 om 8:17 pm
    Permalink

    Vanmorgen 27-9, bij de discussie over het ontwikkeling van het extreme kapitalisme van heden, werden door mij een paar namen genoemd van mensen, die met hun ideeën dit mogelijk hebben gemaakt: Darwin met zijn evolutietheorie, dan Dawkins met zijn the selfish gene promotie en tenslotte het leger van kleine en grote miljardairs a la Musk, die verkondeigen dat zij dit (alleen) bereikt hebben door eigen inzet.
    Dat er ook een andere kijk op dit soort competatieve evolutiedenken mogelijk is beschreef de biologe Lynn Margulis echter al dertien jaar geleden.
    In de NRC van 26 november 2011, wordt dit als volgt beschreven: “Ingewikkelde organismen zijn ontstaan doordat hun cellen ooit zijn versmolten met die van simpeler organismen, zoals bacteriën. …. Deze endosymbiose zou, naast natuurlijke selectie, een van de drijvende krachten achter evolutie zijn.”
    Dat is in het kort de endosymbiosetheorie die Lynn Margulis in 1966 lanceerde.
    In de Groene van 14 augustus 2024 schrijft Jop Vrieze over haar werk:
    “Lynn Margulis transformeerde het evolutiedenken: het leven draait niet om competitie maar om samenwerking.” “Met haar betoog dat evolutie en het leven op aarde niet alleen om competitie draaien maar ook om samenwerking, stuitte de Amerikaanse biologe Lynn Margulis op veel scepsis. Maar bijna dertien jaar na haar dood is haar gedachtegoed populairder dan ooit.”
    Jos de Mul had al iets eerder aandacht besteed aan de ideeën van Lynn Margulus in het kader van het parasitaire karakter van ChatGPT. Eveneens te lezen in de Groene, nu van 27 maart 2024:
    “ChatGPT heeft een parasitair karakter. Wat zijn AI-modellen zonder de mens?” “ Het begrip ‘symbiose’, dat in het Oudgrieks ‘samenleven’ betekent, is een ondergeschoven kind geweest in de twintigste-eeuwse biologie. Het daarin dominante neodarwinisme gaat ervan uit dat het leven onlosmakelijk verbonden is met concurrentie en strijd tussen zelfzuchtige individuen, daartoe aangedreven door zelfzuchtige genen. Volgens de Amerikaanse paleontoloog Stephen Jay Gould is het niet toevallig dat dit mensbeeld sterk overeenkomt met dat van het neoliberalisme. Volgens Gould verklaarde de econoom Adam Smith in zijn The Wealth of Nations (1776) niet alleen de werking van de markt vanuit het eigenbelang van de individuele deelnemers, maar inspireerde hij ook Charles Darwin om in On the Origin of Species (1859) eigenbelang als de drijvende kracht van de evolutie van het leven op te vatten. De Greed Is Good-ideologie was op haar hoogtepunt in de tijd van biologen als Richard Dawkins, auteur van de The Selfish Gene (1976), en regeringsleiders als Margaret Thatcher en Ronald Reagan.”
    “Hoewel deze ideologie nog steeds doorwerkt, is inmiddels ook de rol die symbiose in de evolutie en economie speelt op de voorgrond getreden. Ten aanzien van symbiose kunnen drie basistypen worden onderscheiden: het samenleven van organismen van dezelfde soort (denk aan dieren die in kolonies, kuddes, scholen of groepen leven), van verschillende soorten (bijvoorbeeld bloemen en insecten) en van organismen en niet-levende dingen (van beverdammen tot smartphones).”
    “Symbiose is om ten minste twee redenen een cruciale factor in de evolutie. In de eerste plaats is het een belangrijke innovatieve kracht. Korstmos, een symbiose van een schimmel en een groenwier of cyanobacterie, is daarvan het schoolvoorbeeld. Deze samengestelde organismen – die zo’n vijfhonderdduizend jaar geleden ontstonden – breken gesteenten af en zetten die om in aarde. Zo schiepen ze een nieuw ecosysteem op de voorheen rotsachtige aarde waarin zich uit waterorganismen nieuwe, op het land levende soorten konden ontwikkelen.”
    “Hoe fundamenteel die innovatieve kracht van symbiosen is, maakte de Amerikaanse microbiologe Lynn Margulis duidelijk met haar endosymbiosetheorie, die zij in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw ontwikkelde. Deze werd lang genegeerd door neodarwinisten, maar is inmiddels breed geaccepteerd. Zij toonde aan dat de eukaryotische cel (een cel met een kern en organellen), die zo’n 1,6 tot 1,8 miljard jaar geleden ontstond, het resultaat was van een symbiose van twee simpelere eencelligen (bacteriën of archaea), waarbij de ene zich in de andere nestelde en zich ontpopte als het ‘energiefabriekje’. Dit nieuwe celtype vormt de basiseenheid van het gehele latere planten- en dierenrijk. In haar boek Symbiotic Planet (1998) beargumenteert Margulis dat symbiose de drijvende kracht is van de evolutie.”
    Tenslotte: Mijn hoop is nu dat wij er in slagen die de stellingname, waarop vele in hun eigen ogen geslaagde individuen zich beroepen dat zij alles bereikt hebben door eigen inspanning, spoedig kan worden weerlegt op basis van een meer volwassen evolutietheorie.

    Beantwoorden
  • oktober 3, 2024 om 9:11 pm
    Permalink

    Een lezer van bovenstaand resumé meldde mij, dat de beschreven zaken over samenwerking al zo’n dertig jaar bekend zijn. Hij schrijft dat buiten de symbiose, die tussen kleine organismen aanwezig is, ook genoemd kunnen worden concurrentie, parasitisme en predatie (vangen en opeten). Deze beïnvloedingen spelen een minstens even grote rol in de evolutie. Een omvattende term voor deze vier wisselwerkingen tussen evoluerende organismen is daarom misschien het begrip opportunisme, zo stelt hij voor.
    Vanwege mijn onvrede en op mijn zoektocht naar een antwoord op het functioneren van de huidige neoliberale, kapitalistische maatschappij, heb ik te gretig gebruik gemaakt van de symbiose zienswijze waar ik recent over las.
    Echter bij nader inzien, herinner mij nu in het kader van evolutie, drie namen van wetenschappers op dit gebied: Wouter Oudemans, Toby Kiers en Merlin Sheldrake, die mij eerder hadden aangesproken, maar helaas vergeten waren door mij.
    Professor Oudemans’ (filosoof in Leiden en bomendeskundige) confrontatie met het darwinisme is onder meer beschreven in zijn geschrift Plantaardig: Vegetatieve filosofie. Sjoerd de Jong (NRC 2022) schreef over dit boek: ”Planten en bomen, aldus Oudemans, zijn geen geestloze ‘machines’, tegenover mensen met ‘bewustzijn’. Al deze levensvormen zijn ‘complexe systemen die voortdurend energie moeten opnemen, deze moeten verwerken tot arbeid ten behoeve van het overleven, en als onbruikbare rest moeten afstoten”. Oudemans had op zijn landgoed bij Wedde een arboretum laten aanleggen. Iedere dag werd hij weer vrolijk van zijn zeer grote en unieke collectie treurbomen aldaar.
    Toby Kiers is nu VU hoogleraar evolutie. Zij is, volgens een artikel in de NRC van 3 februari 2023, de hedendaagse cartograaf van de ondergrond. Zij brengt schimmelnetwerken in kaart die overal ter wereld in de bodem zitten, het geheel van ragfijne schimmeldraden dat door de bodem loopt en wordt gevormd door zogeheten mycorrhizaschimmels. Lang lag het mycelium buiten het blikveld van wetenschappers, net als de rest van het schimmelrijk. Tot eind jaren zestig werden schimmels door biologen zelfs gewoon nog bij de planten ingedeeld. Pas de laatste decennia begonnen wetenschappers langzaamaan de complexiteit van ondergrondse schimmeldraden te ontrafelen. Ze ontdekten hoe de schimmels koolstof krijgen aangeleverd vanuit de boomwortels, en in ruil daarvoor stikstof en fosfor teruggeven: een mutualistische samenwerking, waarvan beide partijen profiteren.
    Tenslotte noem ik nog het boek: Verweven leven (2020) een boek over mycelium van de Britse mycoloog Merlin Sheldrake. Dit was een bestseller.

    Beantwoorden
  • oktober 7, 2024 om 6:52 pm
    Permalink

    Boekentip n.a.v. college 2: ‘Tussen de legers, Grensreportages’ van Joseph Roth.
    In het tweede college werd vermeld dat er vlak na de Eerste Wereldoorlog nog veel strijd was en onrust was, bijvoorbeeld de oorlog tussen Rusland en Polen. Van deze woelige periode heeft de toen nog onbekende en jonge auteur Joseph Roth verslag gedaan voor o.a. Neue Berliner Zeitung en de Frankfurther Zeitung. Hij versloeg de krijgsverrichtingen in zijn geboortestreek Galicië, nu het huidige Oekraïne.
    Ook trok hij een jaar lang door het conflictgebied van de Pools-Russische grensstreek waar een stellingenoorlog woedde tussen de Sovjettroepen en de soldaten van de nieuwe Poolse staat.
    ‘Grensreportages’ is vertaald door Els Snick en anderen en geïllustreerd door Koen Broucke (prachtige illustraties).
    Het boek geeft een goed beeld van die tijd.

    Boekentip n.a.v. College 2 over de onrustige en woelige periode na W.O. 1:
    ‘Tussen de legers, Grensreportages’ van Joseph Roth, met prachtige illustraties van Koen Broucke. Voor o.a. de Frankfurter Zeitung trok hij door de conflictgebieden, bv. de Pools-Russische grensstreek waar een stellingenoorlog voortwoedde. Deze en andere reportages zijn recent in boekvorm uitgegeven.
    Prachtige beschrijvingen, ook van het wel en wee in de dorpen.

    Beantwoorden

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.