Hier kun je tips of ideeën plaatsen of een gesprek starten met andere cursisten. Het kan enige tijd duren voor je je eigen reactie ziet, omdat ik toestemming moet geven. Ik bemoei me niet met de inhoud, maar zo voorkomen we spam.
Reacties Democratie-Tocqueville voorjaar 2025
Voor wie een beeld wil krijgen van het leven en denken van opstandelingen in het Europa van de 19-de eeuw: ‘Feiten en gedachten, memoires’ – Alexander I. Herzen (5 delen, Arbeiderspers, Privé-domein).
Alexander Herzen was voor de negentiende eeuw wat de Russische dissident na de Revolutie van 1917-en speciaal na de dood van Stalin in 1953-in de twintigste eeuw zou worden: een advocaat van de menselijke waardigheid zoals die verankerd ligt in het recht op eigen normen, eigen denken, eigen doen; enerzijds aanklager van iedere vorm van onderdrukking en vernedering van het individu door de gemeenschap, staat of regering, anderzijds voorvechter van het democratisch recht van de mens op vrijheid en persoonlijke verantwoordelijkheid voor zijn keuzen.
Herzen leefde van 1812 tot 1870 en bracht een groot deel van zijn leven in ballingschap in West-Europa door. Als uitgever en publicist had hij een enorme invloed op de liberale en socialistische stromingen in Rusland. Ondanks zijn afschuw van despotisme en vooral van het tsaristische regime is Herzen er zijn leven lang van overtuigd geweest dat er grote gevaren dreigden van zijn eigen socialistische en revolutionaire bondgenoten.
Zijn oneerbiedigheid en ironie, zijn ongeloof in definitieve oplossingen en zijn overtuiging dat mensen complex en breekbaar zijn en juist hun individualiteit van grote waarde is, bezorgden hem een grote afkeer van fanaten uit welk kamp dan ook. Deze eigenschappen zorgden er tevens voor dat zijn memoires behoren tot de meest directe en levendige van de negentiende eeuw.
Zie ook: https://nl.wikipedia.org/wiki/Alexander_Herzen
In 1620 vertrekt het eerste schip met Pilgrim Fathers vanuit Leiden naar Amerika:
https://isgeschiedenis.nl/nieuws/1620-van-leiden-naar-amerika
Een boek dat binnenkort uitkomt – Jaap Jacobs (red.):
Een vaste vrede en oprechte vriendschap? Vierhonderd jaar Nederlands-Amerikaanse verhalen
https://www.walburgpers.nl/nl/book/9789464564273/een-vaste-vrede-en-oprechte-vriendschap
Aanrader is het boek Reizen zonder John van Geert Mak. Hij reist in 2010 door de VS en volgt het pad van John Steinbeck in 1960. Hij beschrijft beeldend de VS toen en nu en geeft de ontstaansgeschiedenis van VS mooi weer. Ook veel aanhalingen van de reis van Tocqueville
Boek: Tocqueville, profeet van de moderne democratie
In deze wetenschappelijk getinte bundel worden door een aantal auteurs (waaronder sociologen, politicologen, historici, juristen en filosofen), elk vanuit hun specifieke deskundigheid, verhandelingen gewijd aan leven en werk van de vermaarde negentiende-eeuwse Franse politiek-filosoof, historicus en staatsman Alexis de Tocqueville (1805-1859). Duidelijk komt daarbij naar voren hoe vooruitziend zijn blik was en hoe actueel veel van zijn beschouwingen ook voor de huidige samenleving nog steeds zijn. Verspreid door het boek komen onderwerpen aan de orde als het ‘milde despotisme’, de ‘alledaagse democratisering’, Tocqueville als classicist, maar ook als Europeaan, alsmede zijn visie op schrijvers als Pascal, Montesquieu, Rousseau en Burke. Met uitgebreid notenapparaat en literatuurverwijzingen.
Voor wie ‘een’ andere geschiedenisbeschrijving over Amerika wil lezen tip ik het boek van Howard Zinn: Geschiedenis van het Amerikaanse volk in 1980 voor het eerst uitgegeven en in enkele staten verboden. Uitgegeven bij EPO. Voor de Nederlandse vertaling herschreef Zinn het laatste hoofdstuk om het boek te actualiseren. Een dik en boeiend boek van 887 bladzijden.
Beschrijving van het boek:
‘In de Amerikaanse staat Arkansas ligt een wet op tafel die dit boek uit alle publieke scholen moet bannen. Het is de zoveelste aanval op de klassieker van Howard Zinn, een van de invloedrijkste Amerikaanse historici en politicologen van de laatste decennia. Dat komt omdat Geschiedenis van het Amerikaanse volk niet zegt over de Amerikaanse geschiedenis wat het volgens de heersende ideeën moet zeggen. Het bekijkt het ontstaan en de groei van de VS door de ogen van de underdogs en vertelt het verhaal van indianen, slaven, deserteurs, textielarbeiders, GI’s uit Vietnam, feministen en jonge zwarten uit de achterbuurten. Het is de oral history van het volksverzet tijdens de opgang van een voormalige Britse kolonie tot absolute wereldmacht. Tegenover de officiële, heroïsche geschiedschrijving (van Christoffel Columbus tot George Walker Bush en Donald Trump) rijst een andere heroïek op: die van gewone mensen die zich verzetten tegen het lot dat de ‘groten der aarde’ hen opleggen. De Amerikaanse elite verkettert Geschiedenis van het Amerikaanse volk als politiek incorrect, maar wie de geschiedenis van de VS door Zinns bril leest, zal verbijsterd zijn over de déjà vu’s die de VS ons vandaag te bieden heeft. Geert Mak: ‘Wie Howard Zinn niet kent, kent Amerika maar half. Dit is geschiedschrijving-van-beneden-af bij uitstek: verrassend, menselijk, gedetailleerd, meeslepend.’ Noam Chomsky: ‘Ik overdrijf niet als ik zeg dat Howard Zinn het bewustzijn van een hele generatie heeft veranderd.’ Met een voorwoord van oud-VRT-correspondent in de VS Johan Depoortere.’
Pleitbezorger van absolute macht: Curtis Yarvin.
Op 8 februari stond een uitgebreid NRC-artikel over hem in de Leeuwarder Courant.
Hij is nog racist ook. Zeer exotisch.
Zie Wikipedia.
Hoe er elders in de wereld wordt gedacht over Democratie in VS. Amb. K. Mahbubani is oud ambassadeur voor Singapore bij de VN. Een absolute diplomaat toch is zijn mening zeer duidelijk
https://www.youtube.com/watch?v=cESlmS6PCow&t=650s
In het Dordrechts museum is nu tot 23-03-25 de tentoonstelling “Liberté ! Ary Scheffer en de Franse Romantiek.” De Dordtse schilder vertrok op zijn 16de jaar naar Parijs, hij wordt daar een van de beroemdste schilders.. De 19de eeuw was een tijd vol politieke onrust, revoluties, en culturele bloei. Schilders als Delacroix zetten hun penselen in als wapens of klimmen zelf op de barricades. Een prachtige goed gedocumenteerde tentoonstelling die aansluit bij ons thema.
In Het hof van Nederland is nu ook de tentoonstelling over “Vrijheid in Nederland”, over hoe wij in Nederland omgaan met vrijheden toen en nu. Ook boeiend het verhaal, film over de Eerste Vrije Statenvergadering (1572)
Een bijzonder boek over de Franse revolutie is : Jonathan Israël, Revolutionaire ideeën.
Zeer gedetailleerd uitvoerig geïllustreerd.
De gevolgen van die revolutie in Europa is door Christopher Clarck beschreven met een mooie studie onder de titel “Europese lente”.
Het begrip vrijheid is door Annelien de Dijn in een mooi boek , “ Vrijheid “ behandeld.
Aanraders voor degenen die zoeken naar nog meer achtergrond.
Een gedachte over fraternité: “Ode aan een vergeten ideaal: de broederlijkheid”, van David Van Reybrouck.
“De Belgische oud-premier Mark Eyskens schreef ooit dat de drie waarden van de Franse revolutie gefaseerd worden ingevoerd: als de negentiende eeuw de eeuw was van de gelijkheid en de twintigste die van de vrijheid, dan zou de eenentwintigste in het teken komen te staan van de broederlijkheid.”
Zie: https://decorrespondent.nl/2686/ode-aan-een-vergeten-ideaal-de-broederlijkheid/d7db618f-2a06-0632-1a97-62818c940b3b
Lees hierbij Tocqueville, p. 534:
“Als men goed kijkt, zal men zien dat zich in elke eeuw een bijzonder en dominant feit voordoet waarmee de andere feiten verband houden; dit feit veroorzaakt bijna altijd een kerngedachte of een leidende hartstocht die ten slotte alle gevoelens en alle ideeën naar zich toe zal trekken en in zijn loop zal meevoeren. Het is net een grote rivier waar elk van de beken in de omgeving naartoe lijken te stromen.”
Een zelfde gedachte als die van Eyskens is te vinden in het artikel ‘De zang van de kolibries’ bij het laatste college:
“Er is […] na de gelijkheidsrevolutie van de negentiende eeuw […] een vrijheidsrevolutie over het Westen gerold. […] Dit alles heeft tot de nieuwe crisis van de gelijkheid geleid. Opnieuw zal de gelijkheid moeten worden hersteld. […] Het draait daarbij niet zozeer om het onmiddellijk realiseren van economische gelijkheid, maar om wat [Pierre Rosanvallon] noemt het realiseren van een nieuwe gelijkheidsrelatie, waardoor het voor groepen weer mogelijk wordt om met elkaar in gesprek te treden. Een broederschapsrelatie, zoals Jean Jacques [Sebille] en Hadama [Traoré] het noemen. Een broederschapsrevolutie misschien wel.
Hadama reageert enthousiast als ik hem de term polsend voorleg. ‘C’est magnifique! Broederschapsrevolutie! Dat is waar we mee bezig zijn. We verbinden, organiseren dialoog, alles gebaseerd op humanité. Ik ben een revolutionair. En mijn revolutie bestaat uit het organiseren van ontmoetingen.’
19e, 20e, 21e eeuw: gelijkheid, vrijheid, nabijheid.
https://www.groene.nl/artikel/de-zang-van-de-kolibries
Met de lijnen voor ogen die Tocqueville in zijn werk ‘Over democratie in Amerika’ uitzet, de volgende leestip over ons eigen land en dan vanuit een andere invalshoek.
De blik richten op Nederland doen Saskia Pieterse, literatuur historicus gespecialiseerd in schrijvers en theologen die zich verdiepen in het Nederlandse zelfbeeld en Janneke Stegeman, publiek theoloog en bijbelwetenschapper gespecialiseerd in verbindingen tussen het protestantisme, racisme en kolonialisme. Zij schreven samen het boek ‘Uitverkoren, hoe Nederland aan zijn zelfbeeld komt.’
Citaat achterflap:
‘Vrij, tolerant, verlicht en gematigd. Al sinds de zeventiende eeuw zien Nederlanders zichzelf deze positieve kwalificaties toe. In Uitverkoren leggen Saskia Pieterse en Janneke Stegeman dat positieve zelfbeeld op de snijtafel. Waar komt het vandaan, en vooral: hoe valt het te rijmen met vier eeuwen koloniale overheersing?
Uitverkoren begint met de Opstand en de oprichting van de VOC en trekt lijnen door naar Nederland als democratische staat. Het boek werpt daarin een kritische blik op de calvinistische staatsmannen die ons land hebben vormgegeven. Zij zagen niet zichzelf maar anderen als intolerant en onderdrukkend. De Nederlandse protestantse natie beschouwden ze als uitverkoren, door God geroepen om het ware geloof te verspreiden. Nederlanders waren geestelijk en lichamelijk verheven boven alle anderen. Pieterse en Stegeman maken inzichtelijk hoe het Nederlandse positieve zelfbeeld nauw verweven is met protestants kolonialisme en racialisering van anderen. Het is hoog tijd die geschiedenis onder ogen te zien.’
Nav de vragen aan einde van het laatste college:
Over het recht en de noodzaak van democratieën om zich te verdedigen tegen antidemocratische krachten schreef Bastiaan Rijpkema in 2015 een interessante studie: ‘De Weerbare Democratie: de grenzen van democratische tolerantie’
Op Internet:
https://scholarlypublications.universiteitleiden.nl/handle/1887/37029
Ook als boek verkrijgbaar via Uitgever: Nieuw Amsterdam
Auteur: Bastiaan Rijpkema
Nederlands Paperback 9789046820049 08 december 2015 256 pagina’s
Tip: Pieter van der Wielen in gesprek met Paul Verhagen , geopolitiek analist.
Podcast NRC het Uur. de Tocqueville wordt ook genoemd.
Actuele discussies op SPUI25, het Academisch Cultureel podium in Amsterdam.
https://spui25.nl/terugblik
Ik heb een leestip die aansluit bij het onderwerp dat in College 6 ter sprake kwam. (17 maart): Het langzame denken van Socrates noem ik het gemakshalve maar,
https://www.businesscontact.nl/leeswijzer-ons-feilbare-denken/
Alex de Tocquevile zwijgt over broederschap
Alexis de Tocqueville’s boek “Over de democratie in Amerika” is na bijna twee eeuwen nog steeds informatief en verrassend fris en sprankelend. Hij reist naar Amerika om, via een omweg, de democratie in zijn thuisland beter te kunnen begrijpen. Hij besteedt veel aandacht aan de relaties en spanningen tussen vrijheid en gelijkheid. Opmerkelijk is dat hij weinig zegt over het derde ideaal van de revolutie: broederschap.
Ook vandaag de dag horen we niet veel over broederschap. Wie nu de idealen van de Franse revolutie googelt krijgt dit: Vrijheid: ruim 10 miljoen hits, Gelijkheid: 0,5 miljoen hits en Broederschap nog geen 30 duizend hits. Broederschap is het ondergeschoven kindje van de democratie.
Maar zonder broederschap geen functionerende democratie. De socioloog Anton Zijderveld heeft dit ooit treffend beschreven. Volgens hem worden politieke discussies in ons land gekenmerkt door een te vanzelfsprekende tweedeling links-rechts. “We noemen de PvdA links of progressief, de VVD rechts of conservatief en het CDA ertussenin met een linker- en een rechtervleugel. Dit lijkt duidelijk maar is fout.”
Als we over de democratie nadenken, dan moeten we dit niet vebeelden als een rechte lijn met ‘links’ en ‘rechts’ als de uiteinden van deze lijn. Het is volgens Zijderveld inzichtelijker om de democratie te zien als “een driehoek met een ingebouwde spanning langs de drie zijden. Aan de basis ligt enerzijds de markt, werkend met geld en kapitaal, en anderzijds de burgersamenleving – de ‘civil society’, het ‘maatschappelijk middenveld’ – werkend met gezag en vertrouwen. Aan de overzijde de staat, primair de rijksoverheid, werkend met het machts- en geweldsmonopolie.”
In Nederland werd het politieke landschap lang bepaald door de drie grote middenpartijen: VVD, PvdA en CDA. Wat deze drie partijen delen is dat ze alle drie het belang van vrijheid, gelijkheid en broederschap begrepen. Voor een functionerende democratie zijn alle drie de waarden van belang. Politiek is, volgens mij, het combineren van deze drie waarden, waarbij de VVD als belangrijkste waarde vrijheid benoemt, de PvdA als uitgangswaarde gelijkheid neemt en het CDA broederschap.
Maar het Christen Democratisch Appel (CDA) is toch een religieus geïnspireerde partij? Zeker, maar broederschap is een centrale waarde in het christendom. Hoewel Alexis de Tocqueville niet spreekt over broederschap (in de index van het boek komt deze term niet voor) spreekt hij wel uitgebreid over het belang van religie voor de democratie in Amerika.
Voor De Tocqueville is religie de gemeenschappelijke bron van waaruit alle ideeën en waarden van samenleven voortvloeien. “De mensen hebben er dus een immens belang bij zich vastomlijnde ideeën te vormen over God, hun ziel, hun algemene plichten jegens hun schepper en hun medemens, want twijfel op deze eerste punten zou al hun handelingen overleveren aan het toeval en hen in zekere zin veroordelen tot wanorde en onmacht.” (de Tocqueville, pag 461)
Hoewel De Tocqueville benadrukt dat hij niet gelovig is, ziet hij het belang van religie. Voor hem is dat de basis. Zonder gedeelde waarden geen democratie. De vraag blijft dan, welke waarden moeten we delen om nu en in de toekomst vreedzaam en democratisch samen te kunnen leven?
Het motto van de Franse Revolutie is mijns inziens de kortste en krachtigste samenvatting van de uitgangspunten voor een democratie: vrijheid, gelijkheid èn broederschap. Welke waarde het zwaarst moet wegen hangt af van je politieke overtuiging, maar in een parlementaire democratie kunnen we niet zonder deze drie waarden.
Franklin van der Pols
Amsterdam, 19 maart 2025
https://nl.m.wikipedia.org/wiki/Toetsingsrecht
Hier een wat mankerende uitleg op Wikipedia over het toetsingsrecht van de rechter nu in Nederland en het verbod op toetsing van wetten in formele zin aan de Grondwet
(en het Statuut vh Koninkrijk der Nederlanden betreffende het Nederlands Caribisch gebied).
Mijn opmerkingen: alinea 1, regel 2 is onbegrijpelijk: daar had moeten staan volgens mij: ” Dat betekent dat….regelgeving AL OF NIET in overeenstemming is met……”
Immers, lagere wetgeving of beter gezegd, lagere regelgeving, moet in Nederland door de rechter aan de formele wetgeving (opgesteld door Staten Generaal = Eerste + Tweede Kamer samen en de Regering (koning en regering samen) en de Grondwet/ EU-recht en internationale verdragen getoetst worden. De Nederlandse rechter mag alleen niet wetgeving in formele zin aan de Grondwet toetsen. Dat staat in artikel 120 Gw. Waar verderop ” uitvoer” staat wordt waarschijnlijk uitvoering bedoeld. Verder heeft niet alleen de volksvertegenwoordiging het uitsluitende recht tot toetsing van wet(s-ontwerpen), maar ook de regering, zoals we boven gezien hebben. Dit alles is geregeld in de Grondwet.
Het gestelde onder: “Nederlandse situatie” klopt wel redelijk.
In bepaalde politieke situaties zou Nederland alle internationale (mensenrechten) verdragen kunnen opzeggen. Dan is de rechtsbescherming tegen slechte wetgeving dus een heel groot stuk minder.
Dat er in de jaren negentig enkele CDA- bewindslieden waren die het VN verdrag voor Economische, Poltieke en Culturele rechten ( of het Sociale Handvest wilde opzeggen, dit in verband met een hun onwelgevallige rechterlijke uitspraak, kan ik niet meer terugvinden op Google. Maar ik weet vrijwel zeker dat dit het geval was en ik ben het nooit vergeten, juist, omdat ik mensenrechten van essentiele waarde vind.
Ik laat aan jou over of je dit stuk met Wiki of het stuk van de Rijksoverheid plaatst op maieutiek.nl.
Met vriendelijke groet,
Gea Roodenburg
Hoofddorp
Als achtergrond bij de Tocqueville heb ik de boeken van Bert Wagendorp met veel plezier gelezen.
Phoenix, Kalle en Paris.
Hij beschrijft de emigratie van twee kinderen uit de Achterhoek naar Amerika.
Het blijven romans, maar in goed historisch perspectief geplaatst.
Geen idee of het onderstaande artikel in het NRC hier mag worden gebruikt om kennis te nemen van, kennis te verdiepen. Kan het niet dan neem ik aan dat de moderator, Petra, plaatsing niet toelaat.
de Tocqueville beschreef onder andere de positie van religie en christendom in de tijd dat hij in het Amerika van de 19e eeuw verbleef. Onderstaande speelt zich in de 21e eeuw af.
NRC Opinie en Debat 8 maart 2025
Hoe gevaarlijk is wit christelijk nationalisme?
OPINIE
Verenigde Staten In Amerika is een wit christelijk nationalisme in opkomst. Maar zien we werkelijk een beweging van ‘nieuwe kruisvaarders’ opdoemen? Beatrice de Graaf en Stefan Paas zien meer nuances.
Beatrice de Graaf is faculteitshoogleraar en historicus (Universiteit Utrecht) en columnist van NRC.
Stefan Paas is hoogleraar missiologie en publieke theologie (Vrije Universiteit en Theologische Universiteit Utrecht).
Die arme Don Ceder. Vorige maand werd het Tweede Kamerlid van de ChristenUnie gefilmd in een buitengewoon intiem moment: tijdens het bidden. De beelden werden ook nog met leedvermaak verspreid, en zelfs in een column in deze krant over de hekel gehaald. Het werkte „op mijn lachspieren”, schreef de columnist. Maar vervolgens werd de opmars van religieus nationalisme als ‘eng’ en bedreigend veroordeeld. Want had Ceder niet staan bidden met een Nederlandse vlag over z’n schouders, en had hij in zijn gebed niet gesproken over de „government” en „their wicked ways”?
Vanaf daar is het nog maar één stap naar Donald Trump, JD Vance en het (White) Christian Nationalism dat in de Verenigde Staten en elders zijn akelige kop opsteekt. Waarbij er overigens een omniversum van verschil bestaat tussen Vance en Ceder. De één predikt een hypocriet, opportunistisch, transfoob en xenofoob evangelie en presteerde het om Augustinus zo misvormd te citeren dat zelfs de paus hem een standje gaf. De ander belijdt een met compassie bewogen evangelisch geloof en zet zich als geen ander in voor de onderklasse in een stad als Amsterdam. (En ja, Ceder conformeert zich met zijn Surinaams-Ghanese ouders niet aan de ingehouden-witte burgersmaak omtrent het uiten van emoties).
In de schemer van het religieus analfabetisme zijn alle christelijke katjes grauw. Het lijkt wel een echo van de ‘clash of civilizations’ van na de aanslagen van 11 september 2001, toen alles wat moslim was en Allah aanbad per definitie als potentiële terrorist werd gezien. Terecht hebben academici en publicisten van allerlei snit – inclusief de onlangs vertrokken chef opinie van NRC (Lotfi El Hamidi) in een prachtig boek – daarvan analytisch gehakt gemaakt.
Misschien is het nu tijd, gezien alle morele paniek rondom de christelijke retoriek van Vance in Amerika en ook die van de Hongaarse premier Viktor Orbán in Europa, kritisch te kijken naar de daadwerkelijke rol van christenen onder de huidige bedreigers van de liberale democratie. Zien we werkelijk een beweging van ‘nieuwe kruisvaarders’ opdoemen, zoals journalist Sander Rietveld enigszins ongenuanceerd schreef in diens gelijknamige boek: Wat is christelijk nationalisme (al dan niet wit), en hoe gevaarlijk is het?
Ten eerste: de meest algemene en gangbare definitie van (White) Christian Nationalism heeft betrekking op de Verenigde Staten. Daar is het ontstaan en heeft het zich het meest zichtbaar gemanifesteerd, en vanuit Amerika is er (commerciële) steun voor bewegingen elders, zoals in Brazilië of Hongarije. Het is een vorm van nationalisme dat beweert dat Amerika een land is dat gesticht is voor en door christenen. Het combineert een vorm van identitair christendom, cultureel conservatisme en Amerikaans burgerschap. De wortels ervan liggen in de mobilisatie van witte protestanten (evangelicals) in de jaren tachtig onder president Ronald Reagan, met predikers als Billy Graham, Bill Bright en Jerry Falwell.
Aanvankelijk organiseerde the religious right zich rond typisch ‘religieuze’ thema’s als gebed op school of abortus. Religieus rechts stond in die tijd echter positief tegenover immigratie en was zeker niet bekend vanwege anti-islamitische retoriek. Typerend is de reactie van president George W. Bush na 9/11, evangelisch christen. Hij verklaarde in alle toonaarden dat de islam niet op de aanslagen mocht worden afgerekend.
‘Born again’
In Europa was het publieke debat toen al een tijd aan het verschuiven in de richting van identiteit en immigratie. Sindsdien is Amerika ook in die richting opgeschoven en de mutatie van religieus rechts naar wit christelijk nationalisme is daarmee verbonden. Een interessant gevolg van deze verschuiving is dat evangelical in Amerika inmiddels een politieke identiteit is geworden. Ook katholieken, atheïsten en moslims kunnen zich nu ‘evangelical’ of zelfs ‘born again’ noemen. Deze politisering van het christendom is een belangrijke drijfveer achter wit christelijk nationalisme, zoals onlangs de jonge Duitse wetenschapper en Europarlementariër Tobias Cremer liet zien in zijn studie van Europese en Amerikaanse populisten (The Godless Crusade).
Hoe groot de beweging in de VS precies is, hangt af van hoe je meet. Het gerenommeerde Public Religion Research Institute (PRRI) bracht in kaart dat in 2024 10 procent van de Amerikanen ‘aanhanger’ was en 20 procent ‘sympathisant’ van christelijk nationalisme. Deze mensen, vooral afkomstig uit staten in het Zuiden of Mid-Westen van de VS, onderschrijven onder meer de stellingen „de overheid moet Amerika uitroepen tot christelijke natie”, „christen-zijn is een belangrijk onderdeel van een echte Amerikaan zijn”, en „God heeft christenen geroepen om gezag te hebben over alle sectoren van de samenleving”.
Nu hoeven mensen die dit soort dingen geloven niet gevaarlijk te zijn. Zij kunnen dit in stilte belijden. Maar het is duidelijk dat christelijk nationalisme wel een ideologische basis kan geven voor geweld. Zo vindt volgens het PRRI-onderzoek 38 procent van de aanhangers en 30 procent van de sympathisanten dat „echte Amerikanen misschien geweld moeten gebruiken om het land te redden”. Al met al hebben we het dan dus wel over een kleine 10 procent van de Amerikanen.
Wit christelijk nationalisme is een wereldbeschouwing met diepe wortels in de gewelddadige Amerikaanse geschiedenis van slavernij, uitroeiing van oorspronkelijke bewoners, en verzet tegen immigratie. Socioloog Philip Gorski, co-auteur van The Flag and the Cross, heeft laten zien dat de ideologie put uit een selectieve en revisionistische lezing van de geschiedenis, die Amerika ziet als een land voor witte bewoners. Toen onbeschaamde racistische taal zelfs in Amerika niet meer gepruimd werd, kon ‘christelijk’ een hondenfluitje worden voor ‘wit’ en ‘anti-immigratie’.
Waartoe aanhangers van de beweging in staat zijn, bleek op 6 januari 2021. Zij stonden vooraan om met de bijbel in de hand, biddend en zingend het Capitool te bestormen. Wit christelijk nationalisme kunnen we niet in z’n geheel als terroristische of extremistische beweging wegzetten, maar het vormt, nog los van de individuele extremistische elementen die er ontegenzeggelijk tussen zitten, wel degelijk een structureel risico voor het voortbestaan van de Amerikaanse democratische rechtsorde, omdat het de kernwaarden ervan niet meer omarmt. Vance is daarvan het levende bewijs.
Entourage van Trump
Hoe christelijk is dit allemaal? Zowel Philip Gorski als Tobias Cremer als andere onderzoekers onderstrepen dat wit christelijk nationalisme niet los te denken is van de doorgaande secularisatie van de Amerikaanse samenleving. De entourage van Trump is aanzienlijk minder uitgesproken en traditioneel religieus dan die van voorgaande Republikeinse (en Democratische) presidenten, en dat weerspiegelt hoe het er voorstaat in Amerika als geheel. In vijfentwintig jaar tijd is het percentage godgelovigen in de VS van 90 naar 63 gedaald.
Actieve kerkgangers zul je bij gewelddadige acties, zoals de bestorming van het Capitool, minder aantreffen
Ook hier volgen de VS Europa, waar we al langer zien hoe rechts-populistische partijen een bovengemiddeld ongelovig kiezerspubliek trekken (en een warm thuis bieden aan paganistische en antireligieuze stromingen), terwijl zij tegelijk gretig gebruik maken van christelijk-religieuze symbolen en retoriek. Tobias Cremer beargumenteert overtuigend hoe juist de hogere zichtbaarheid en agressie van wit christelijk nationalisme wijst op de secularisering van de beweging. Ja, de Capitoolbestormers zwaaiden met kruizen en bijbels, maar dat is volgens hem een „hollowing out of hallowed symbols”, een uithollen van heilige symbolen. Denk maar aan Trump die af en toe graag met een bijbel zwaait, maar geen idee heeft hoe hij daarin iets moet opzoeken. Het is christendom-unhinged, het is dikwijls juist niet meer verankerd in een geleefd en beleden geloof. Afgeknipte bloemen staan mooi in een vaasje, maar zonder wortels zijn ze na een paar dagen dood.
Op dit punt is er wel verschil tussen de Verenigde Staten en West-Europa. Ook hier gaat het – net als bij de diversiteit binnen de islam – om geografische en culturele patronen die historisch verschillend gegroeid zijn. In West-Europa zijn actieve kerkgangers anders dan in de VS, Hongarije of Polen het minst van alle burgers geneigd om te stemmen op radicaal-rechtse partijen. Deels komt dat doordat Europa christelijke politieke partijen heeft waarop meer conservatief geneigde christenen kunnen stemmen om hun zorgen over abortus of de uitholling van het huwelijk politiek te kunnen vertalen, zonder steun te hoeven geven aan moslimhaat of schending van mensenrechten aan onze grenzen. Maar het komt ook doordat de geïnstitutionaliseerde kerken en kerkleiders in Europa hun gelovigen actief waarschuwen tegen rechts-radicalisme. Zowel in Frankrijk als in Duitsland hebben de bisschoppen (van katholieke en protestantse kerken) zich tegen samenwerken met of stemmen op Le Pen en de AfD uitgesproken. Kerkgang wordt door onderzoekers zodoende wel aangeduid als een vaccinatieprogramma tegen extreem-rechts.
In de VS zijn er geen christelijke politieke partijen en ook geen grote volkskerken die matigend optreden. Witte protestantse kerkgangers stemmen daar overwegend op Trump, en kerkgangers staan relatief positief tegenover wit christelijk nationalisme.
Maar als we preciezer kijken, zien we ook daar effecten van kerkgang. Kerkgangers scoren in de VS bijvoorbeeld veel lager op wapenbezit en geweldpleging, zelfs als zij tot groepen behoren die daar in het algemeen wel meer toe geneigd zijn. Actieve christenen zul je ook in de VS dus minder aantreffen bij gewelddadige acties (zoals bij de bestorming van het Capitool).
Complotdenkers
Dit verband zien we trouwens ook in ons land. Ja, de complotdenkers van Bodegraven die RIVM-baas Jaap van Dissel bedreigden hanteerden religieus taalgebruik (en geloofden dat waarschijnlijk ook echt). Maar ze waren juist niet actief betrokken of lid van een gevestigde kerk. Het klinkt misschien gek in de oren van seculiere liberalen, maar betrokken kerkelijkheid leidt tot gezagsconform en prosociaal gedrag, en juist niet tot politiek gewelddadig extremisme. Tal van voorbeelden onderstrepen wat we overigens ook allang uit het onderzoek naar de radicale islam weten: extremisten bezoeken geen moskee, radicale predikers zijn vaak allang uit hun kerkverband verstoten, het zijn juist de mavericks, de do it yourself-gelovigen die op eigen houtje zich als verlosser, martelaar en engel der wrake gaan opwerpen.
Kortom: hoe makkelijk en fijn was het voor politiek rechts om na 9/11 al het onheil in de schoot van de islam te schuiven. En hoe makkelijk en fijn is het voor links nu om dat bij de christenen te doen. Maar in het licht van de acute bedreiging van de internationale en nationale democratische rechtsorde is het een luxe om die dreiging onjuist in te schatten. En is het ronduit dom om bondgenoten in die strijd te vervreemden. Dat betekent ook dat je elkaars rare religieuze dan wel atheïstische uitspraken of opvattingen, voor zover ze de grenzen van de democratische rechtsstaat niet overschrijden, moet leren verdragen en niet meteen moet demoniseren. Religieuze en seculiere liberalen, linkse en rechtse democraten, kerken en moskeeën: ze hebben elkaar nodig om het democratische midden vast te houden. Of je dat nu zingend, luidkeels biddend, demonstrerend of keurig schrijvend doet.
Marjan, Dank maar ik kan het artikel niet plaatsen, maar als je een linkje naar de pagina maakt kunnen alle mensen met een DPG abonnement het lezen
Zo’n vermoeden had ik al. Daarom dus check. NRC valt niet onder de vlag van DPG, dus kan alleen een NRC abonnee inloggen. Ik zal de link plaatsen met een korte toelichting.
Tocqueville onderzocht in zijn tijd de positie van het christendom in Amerika.
NRC van 8 maart2025 publiceerde een uitgebreid artikel over wit christelijk nationalisme in Amerika geschreven door Beatrice de Graaf, faculteitshoogleraar en historicus en Stefan Paas hoogleraar missiologie en publieke theologie.
In dit artikel wordt onderzocht of een wit christelijk nationalisme werkelijk een beweging van ‘nieuwe kruisvaders’ is of dat er nuances zijn. Die zijn er getalsmatig zeker en ook in beleving en uitingen. Hoe groot de beweging is en waar in Amerika te vinden hangt ook af van hoe dit onderzocht wordt.
Dit artikel is te lezen via de bijgevoegde link, voor abonnees is dat gratis.
https://www.nrc.nl/nieuws/2025/03/07/hoe-gevaarlijk-is-wit-christelijk-nationalisme-a4885576
Bijgaande analyse door dr. Marietta van der Tol over de verhouding tussen religie en rechts-populisme in Nederland is vandaag gepubliceerd door het Montesquieu-instituut:
https://www.montesquieu-instituut.nl/9394000/1/j9vvllwqvzjxdyx/vmlskxfbioz8?pk_campaign=hofv-2503&pk_kwd=vmlskxfbioz8
In de slottekst staat : “Arendt beschrijft (…) dat wat begint met het aanwijzen van anderen als bedreigend voor de staat uiteindelijk terug kan slaan op mensen die dat nooit hadden verwacht.” Dit doet mij denken aan het gedicht van Martin Niemöller (1946):
Toen de nazi’s de communisten arresteerden, heb ik gezwegen;
ik was immers geen communist.
Toen ze de sociaaldemocraten gevangenzetten, heb ik gezwegen;
ik was immers geen sociaaldemocraat.
Toen ze de vakbondsleden kwamen halen, heb ik niet geprotesteerd;
ik was immers geen vakbondslid.
Toen ze de Joden opsloten, heb ik niet geprotesteerd;
ik was immers geen Jood.
Toen ze mij kwamen halen
was er niemand meer die nog protesteren kon.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Toen_de_nazi%27s_de_communisten_arresteerden
Wat is dat toch met foute denkers?
Over Baudets natiestaat
(Petra Bolhuis besluit om Baudets proefschrift tijdens haar college over Tocqueville te behandelen verdient alle lof. Ik hoop te kunnen aangeven waarom, en ook waarom haar uitleg enige aanvulling behoeft.)
Wat is het toch met foute denkers? Nietzsche en Wagner, Heidegger en Hitler, Sartre en Stalin, Mulisch en Castro, en nu Baudet en zijn liefde voor Poetin.
Moeten we Heidegger niet meer lezen omdat hij Hitler als heiland zag? Moeten we Sartre niet meer lezen omdat hij Stalins massamoorden ontkende? Moeten we Baudet niet lezen omdat hij Poetin als vriend en financier ziet?
Toen ik twintig was zou ik ja hebben gezegd. In de literatuurkritiek is dit de discussie tussen ‘vorm’ of ‘vent’: moet je een roman op zijn eigen merites beoordelen en dus los zien van de schrijver (vorm), of moet je dat waar een schrijver in het dagelijks leven voor staat meenemen (vent)? Moet je Celines werk kunnen scheiden van zijn antisemitische uitlatingen als persoon? Ik was toen voor ‘vent’, dat wil zeggen dat je een literair maar ook een filosofisch werk niet los kunt zien van het leven van de auteur. Kortom, goed is goed en fout is fout. Celine dus maar niet gelezen. Wel las ik met smaak Adriaan Venema’s zoektocht naar al die schrijvers en kunstenaars die na de oorlog ineens hun foute verleden vergeten waren.
Nu zie ik dat anders. De stellingname ‘vent’, dat wil zeggen je kunt het werk niet scheiden van de schrijver, leidt tot de positie ‘alles is politiek’. En hierdoor vaak tot een nare strijd over wat we wel en niet mogen denken en zeggen. Mensen worden nu gecanceld om iets dat ze twintig jaar geleden hebben gezegd. Waar, én in welke context, speelt geen rol, en dat onderscheid is juist essentieel voor een democratie om te kunnen functioneren. Zei je het in de beslotenheid van je vriendenkring of op een partijvergadering? Zei je het als input voor een discussie of als je eigen mening? Als we dit onderscheid niet meer willen maken, dan dreigt Orwells 1984 alsnog bewaarheid te worden. Iedereen bespioneert dan iedereen en klikt over de ander om daarmee zijn eigen ‘correcte’ visie en gedrag te bewijzen
Om stevig met elkaar van mening te kunnen verschillen heb je gemeenschappelijke basis nodig, bijvoorbeeld een gedeeld verleden zoals bij vrienden. Vrienden zeggen elkaar soms hard de waarheid, maar omdat het je elkaars vriend bent ben je bereid erover na te denken. Robespierre begreep dat en noemde het broederschap. Anderen vinden een gedeeld verleden van minder belang, voor hen gaat het over gedeelde uitgangspunten, om gedeelde waarden.
Volgens de socioloog Kees Schuyt zijn gedeelde waarden belangrijk voor een democratie, maar niet genoeg. Een democratie is volgens Schuyt altijd fragiel, omdat een democratie ruimte moet geven aan alle tegenstrijdige verlangens en groepsbelangen om zich te uiten. Maar dit betekent dat hierdoor destructieve groepsconflicten, vooral in een multiculturele samenleving, immer op de loer liggen. Gelukkig hebben zich in de loop van de geschiedenis tegenkrachten ontwikkeld die mogelijke destructieve conflicten tussen groepen verzachten en kanaliseren. Schuyt onderscheidt vier van deze tegenkrachten en hij noemt ze de steunberen van onze democratische samenleving:
– Onafhankelijke rechtspraak
– Academische vrijheid
– Religieuze tolerantie
– Geweldloze politieke actie
Schuyt geeft aan dat een strafproces een alternatief is voor de destructieve kracht van eerwraak en eigenrichting. Het zorgt er, aldus Schuyt, voor dat de twee partijen in het conflict met elkaar verbonden blijven, zonder dat ze het conflict en de tegenstellingen hoeven te ontkennen of negeren. Het zorgt ervoor, net als bij religieuze tolerantie en acceptatie van geweldloze politieke actie, dat conflicten niet ontaarden in geweld.
Dit geldt ook voor academische vrijheid, hierdoor kunnen we binnen de wetenschap van mening verschillen zonder elkaar geestelijk of fysiek te vermoorden. Waarheid is immers niet aan één partij gebonden: “Waarheid dient als nastrevenswaardig ideaal alle partijen, hoe verschillend ze ook denken of doen. Wetenschappelijke waarheid kan groepstegenstellingen verstommen. Einsteins relativiteitstheorie gold voor alle naties, ook al ontkenden de nazi’s Einsteins theorie. Wetenschapsbeoefening is, als het goed is, de institutionalisering van het zoeken naar bovenpersoonlijke waarheid.”(1)
Dat Thierry Baudet houdt van Poetin en dat hij ineens overal reptielen ziet doet dus niet ter zake bij het beoordelen van zijn proefschrift. Hier gelden slechts de academische regels voor het beoordelen van kwaliteit en relevantie, en daar voldoet het proefschrift van Baudet ruimschoots aan. Arnold Heumakers besprak het boek in NRC-Handelsblad en concludeerde dat Baudets proefschrift niet alleen uitdagend was, maar ook inhoudelijk substantieel en goed geschreven. (2)
Petra Bolhuis heeft de inhoud van Baudets proefschrift helder weergegeven. Democratie is, volgens Baudet, alleen mogelijk in een natiestaat. Een natiestaat is een staat waarin iedereen gelijke burgerrechten en burgerplichten heeft, maar om goed te kunnen functioneren zijn er ook gedeelde waarden nodig. Tocqueville voorzag al dat zonder de gedeelde waarden van de christelijke religie de democratie in de VS zou ontsporen in despotisme. Het is dus niet zo verwonderlijk dat Baudet de nadruk legt op het belang van een gedeelde Nederlandse cultuur, die is gebaseerd op joods-christelijke waarden.
Baudet ziet twee bedreigingen voor de natiestaat en dus voor de democratie. Ten eerste de grote influx van andere culturen. Zij kunnen, vooral als ze andere basiswaarden hebben, de natie als waardengemeenschap ondermijnen. Ten tweede de overdracht van macht aan supranationale organisaties: dit zijn niet-gekozen organisaties, die zich onttrekken aan de democratische spelregels. Ze nemen besluiten die je niet via verkiezingen kunt corrigeren. Dit is een belangrijke reden waarom de Verenigde Staten het Internationaal Gerechtshof niet erkent. De VS staat niet toe dat anderen, niet door de burgers van de VS gekozen instanties, oordelen over de activiteiten van Amerikaanse burgers. Na het lezen van Tocqueville zal dit niemand verbazen. Hij stelt immers dat Amerikanen de staat altijd wantrouwen, laat staan een vreemde macht waarop ze geen democratische invloed hebben.
Laten we nog even kort bij deze tweede bedreiging blijven. Baudet stelt dat de politiek in een democratie altijd het laatste woord moet hebben. De politiek is de wetgevende macht en de rechters vormen de rechtsprekende macht. Rechters baseren zich op de grondwet, maar de grondwet is door de politiek vastgesteld en kan door de politiek worden aangepast. Voor een aanpassing zijn in Nederland wel twee lezingen en een tweederde Kamermeerderheid nodig. Toch gebeurt dit zo nu en dan. Nog kortgeleden, in 2023, werd de grondwet aangepast met een uitbreiding van de non-discriminatiegronden. (3)
Maar hoe is deze relatie tussen de wetgevende en rechtsprekende macht geregeld bij de supranationale gerechtshoven, zoals het Internationaal Gerechtshof en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens? Voor deze organisaties is bijvoorbeeld Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van 1948 van belang. Het probleem is alleen dat in deze verklaring wel rechten maar geen plichten zijn benoemd. Het zijn dan ook formeel geen ‘rechten’, maar uitgangspunten waaraan staten zich wensen te houden. Toch worden deze ‘rechten’ inmiddels gezien als universele basisrechten waarvan door landen niet mag worden afgeweken. Dit beperkt het politieke handelen. Zoals de rechter de wet toepast door de zwaarte van de uitspraak af te wegen aan de omstandigheden, moeten politici ook meerdere belangen tegen elkaar kunnen afwegen. Uiteindelijk is de afweging veelal: wat is het meest urgent? Besteden we geld aan klimaat of aan defensie, aan vluchtelingen of aan zorg? Waar Milieudefensie via de rechter de staat wilde dwingen, en in eerste instantie in het gelijk werd gesteld, werd in hoger beroep de eerdere uitspraak ontbonden. De rechter kan en mag in een democratie niet op de stoel van de politiek gaan zitten, hoe zwaarwegend de klimaat- en humanitaire problemen ook zijn.
Waar Baudet dit benoemt als een groot probleem voor de nationale democratie, ziet Ruud Koole, hoogleraar politieke wetenschappen, dit als een potentieel probleem. Nu nog klein, maar het behoeft wel onze aandacht. De democratische rechtstaat steunt volgens hem op twee pijlers. De electorale pijler, waarin politieke partijen, parlement en regering handelen op basis van een kiezersmandaat, en de niet-electorale pijler, waarin niet-gekozen overheidsinstellingen zoals de rechterlijke macht functioneren. Bij internationale hoven lijkt de electorale pijler onvoldoende gewicht in de schaal te leggen. Hierdoor dreigt, volgens Koole de democratische basis voor en de acceptatie van deze uitspraken te vervluchtigen. (4)
Waar supranationale organisaties de democratie van buitenaf bedreigen, ziet Baudet multiculturalisme als een bedreiging van binnenuit. Het begrip ‘multiculturalisme’ is opgekomen met de instroom van groeiende groepen immigranten. In essentie bestaat het gevaar van het multiculturalisme, volgens Baudet, uit de afwijzing van een dominante cultuur, de zogenaamde ‘Leitkultur’ van een land. Daarnaast wordt door immigranten vaak gepleit voor het accepteren van verschillende rechtssystemen voor verschillende culturen, met name de invoering van de sharia-rechtspraak voor moslims. Baudet pleit, in navolging van Paul Scheffer en Paul Schnabel, voor aanpassing in plaats van segregatie. (5)
Ten slotte, filosofie gaat over het stellen van relevante vragen, het analyseren van problemen van en tussen mensen. Baudet stelt in zijn proefschrift relevante vragen. Het debat moet dus gaan over hoe groot of klein de door Baudet gesignaleerde problemen zijn. Over in hoeverre supranationale organisaties naast positieve ook negatieve effecten kunnen hebben en over in hoeverre nieuwkomers zich moeten aanpassen of de vrijheid moeten hebben hun culturele waarden en normen te beleven. Ook een begrijpelijke tegenwerping, dat de invloed van supranationale organisaties en massamigratie op onze democratie verwaarloosbar klein is, zal dus onderbouwd moeten worden.
Problemen signaleren en analyseren is één, maar ze oplossen is twee. Om de gesignaleerde problemen op te kunnen lossen heeft Baudet een mogelijke wetenschappelijke carrière ingeruild voor een politieke loopbaan. En daar is iets vreselijks misgegaan. In plaats van de democratie te dienen heeft hij ervoor gekozen via de politiek zijn eigen zakken te vullen. (6) Verder vervuilt hij het politieke debat door het verkondigen van complottheorieën. (7) Een complottheorie is iets dat jij zeker weet, zonder dat je dat kunt of hoeft aan te tonen. Een dergelijke houding ontkent het fundament van wetenschap en politiek, een open en eerlijk debat over vragen en oplossingen die we belangrijk achten voor onze samenleving en onze toekomst.
Franklin van der Pols
28 maart 2025
Noten:
Thierry Baudet, De aanval op de natiestaat, Bert Bakker, 2012. Het proefschrift verscheen oorspronkelijk in het Engels. Het is gratis te downloaden: https://scholarlypublications.universiteitleiden.nl/handle/1887/19141
1. Kees Schuyt, De steunberen van een samenleving, in: Mens & Maatschappij, 2004, jrg 79, nr. 4.
https://journal-archive.aup.nl/mens-en-maatschappij/vol_79_no_4_-_de_steunberen_van_een_samenleving.pdf
2. Arnold Heumakers, Is er een nationaal Europa mogelijk?
https://boekenkrant.com/recensie/de-aanval-op-de-natiestaat/
3. Grondwetswijzigingen 2022/2023: https://www.parlement.com/id/vlycmka9ibzj/grondwetswijzigingen_2022_2023
4. Ruud Koole, Twee pijlers. Het wankele evenwicht in de democratische rechtsstaat, Prometheus, 2023
5. Baudet borduurt hier voort op de eerder door Paul Scheffer geformuleerde analyses. Het motto van het proefschrift is een citaat van Scheffer: “Without a ‘we’, it won’t work”.(Paul Scheffer, The Unsettled Land, 2007). Paul Schnabel, De multiculturele samenleving is een illusie, https://www.volkskrant.nl/mensen/de-multiculturele-samenleving-is-een-illusie~bec294cd/
6. Bedrijf Forum voor Democratie zakt nog dieper in de schulden en is technisch failliet. https://www.bnnvara.nl/joop/artikelen/bedrijf-forum-voor-democratie-zakt-nog-dieper-in-de-schulden-en-is-technisch-failliet
7. Grote zorgen in de Tweede Kamer over complottheorieën Baudet: https://nos.nl/artikel/2448865-grote-zorgen-in-de-tweede-kamer-over-complottheorieen-baudet