Hier kunt u reacties achterlaten voor medecursisten zoals gedachtegangen, boektitels, krantenartikelen of podcasts.
Reacties Zomer 2021 Vibrant Matter
Hier kunt u reacties achterlaten voor medecursisten zoals gedachtegangen, boektitels, krantenartikelen of podcasts.
Een boek dat zeker raakvlakken heeft met de cursus is De symfonie van de natuur van Koo van der Wal. Het heeft als ondertitel: tableau van een kleurrijke en creatieve werkelijkheid.
Het is een beschrijving van een paradigmaverschuiving en de zoektocht naar een nieuw natuurbeleid. Heel toegankelijk.
Groet, Jan Stegeman
Ik noemde een Duitse filosoof vanochtend (29 juli) en kon niet op zijn naam komen. Ik bedoelde Thomas Metzinger’s boek: De egotunnel.
Eerste regel uit de inleiding: Mijn bedoeling met dit boek is te proberen je ervan te overtuigen dat er niet zoiets bestaat als een zelf.
Een intrigerende zin voor mij als psycholoog!
Harry Wubs
Bericht inhoud:
Kun je de complotdenkers van vandaag (de Anti-vaxxers, de Flat earthers, de Pizzagate-gelovigen, de Geboortetrust-gelovigen, de Red Pill Journal-volgers, etc) beschouwen als de ‘kanaries in de kolenmijn’ ?
Het heeft even geduurd voordat de ontdekking van Copernicus dat de aarde rond de zon draait uit het laboratorium in het alledaagse maatschappelijk aanvaarde werkelijkheidsbesef terecht kwam.
Zo’n 110 jaar na de uitspraak van de fysicus Max Planck “Ik beschouw bewustzijn als fundamenteel. Ik beschouw materie als afgeleid van bewustzijn” (1911) lijkt ook die observatie uit het laboratorium ontsnapt te zijn, en is die in de alledaagse leefwereld terechtgekomen.
Je hoeft alleen maar ‘bewustzijn’ te vervangen door ‘wat ik voel’. Vervolgens wordt dat ‘wat ik voel’ getoetst aan een ‘objectiviteit’, die (bijna?) helemaal wordt gevoed door wantrouwen tegen overheidsautoriteit, tegen het gezag van de wetenschap, tegen de weergave van feiten door de journalistiek/media. Die toetsing bevestigt dan, niet geheel toevallig, nagenoeg voor 100% wat je altijd al voelde . . .
Evert-Jan
Je kunt complotdenkers zien als ‘kanaries in de kolenmijn’ in die zin dat het huidige paradigma niet meer toereikend is. Er is wantrouwen tegen het huidige paradigma, maar een nieuw paradigma bestaat nog niet, hierdoor wordt alles relatief en is wat ík voel en weet de enige waarheid. Dit heeft te maken met werk als dat van Planck, hoewel het duidelijk een onbedoeld gevolg is. Door Planck, postmoderne theorieën en dergelijke breek je het huidig systeem van waarheidsvinding af, maar dit kan leiden tot een gevoel van algeheel relativisme, waarin elke ‘waarheid’ even waardevol is als een andere. We hebben dus dringend behoefte aan een nieuwe ordening waardoor we waarheid op een nieuwe manier kunnen vaststellen en tot een nieuwe gedeelde werkelijkheid kunnen komen.
vriendelijke groet, Petra en Arwen
Dag Petra en Arwen,
Ik kwam een boekbespreking tegen op internet ” Times of Vibrant Matter”
door Huub Mous
Waarschijnlijk kennen jullie deze al, ? ….. toch maar even vragen.
vr groet Marijke Gerbert
Van Bé Damman
Notitie bij de slotbladzijde van Jane Bennett Vibrant Matter – Bé Damman voor Hovo 21ZV-09
Op de laatste bladzijde van haar boek Vibrant Matter verwoordt Jane Bennett een intentie. Ze noemt wat haar voor ogen staat ‘een soort Niceaans credo’: “Ik geloof in een stoffelijke energie, schepper van zienlijke en onzienlijke dingen. Ik geloof dat dit pluriversum doortrokken is door tegengestelde krachten die voortdurend dingen doen. Ik geloof dat het verkeerd is om levendigheid te ontzeggen aan niet-menselijke entiteiten, krachten en vormen en dat een zorgvuldige manier van vermenselijking die levendigheid kan helpen onthullen, al weerstaat het een volledige omzetting en gaat het mijn begrip te boven”. De toespeling op een geloofsbelijdenis van het kerkelijk concilie in Nicea in het jaar 325, waar het geloof in “één God, de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde, van alle zichtbare en onzichtbare dingen” onder woorden werd gebracht lijkt niet slechts ironisch bedoeld door Bennett. Daar, in de vierde eeuw in Nicea, werd tegenover de toen wijdverbreide gedachte dat de wereld ‘slecht’ was, een creatie van een lagere, kwaadaardige demiurg was – zo werd het in de Gnosis gezegd – stelling genomen door te belijden dat hemel en aarde en alle krachten daarin, zienlijk en onzienlijk, afkomstig waren van dezelfde ene goede God. De schepping, de materiële werkelijkheid, werd er, zogezegd, gered van de idee dat ze dood en afgeschreven, slechts te ontvluchten zou zijn op zoek naar het Grote Licht van oorsprong. Die inzet in Nicea om de wereld niet als onbezielde en kwade stoffelijkheid af te doen, kan Bennett ertoe hebben gebracht haar intentie de materialiteit levendig voor te stellen en niet te reduceren tot dode stoffelijkheid ‘a kind of Nicene Creed’ te noemen
Maar er zou – en dat zou leuk zijn – nog meer achter kunnen zitten. Het concilie van Nicea moest enigermate aangeven waarom deze wereld dan wel een goede schepping zou zijn. Het formuleerde toen – formuleringen die aanleiding werden voor veel kerkelijke strijd hoe de verhouding dan precies zat – dat Jezus, de aardmens, de zijnsman als Zoon geboren was uit God de Vader, Licht uit Licht. Onze wereld en ons menselijk bestaan zijn dus per consequentie ook uit God en niet van een demiurg. En, zo ging het credo verder, we geloven in de Heilige Geest die Heer is en levend maakt, die uitgaat van de Vader en de Zoon. Ook toen wist men dat credo’s fixeringen zijn van wat eigenlijk beweging is: scheppen, geboren worden, uitgaan. “Volgende dus de heilige vaderen leren wij allen eenstemmig….” zo werd het credo later ingeleid om aan te geven dat we in een overlevering, in een verhaal zitten en het verloop nog niet helemaal kennen. Het is met die formuleringen over drie-eenheid van Vader, Zoon en Geest als met de structuur van een Agatha Christieverhaal. Er is een motief, gelegenheid en alibi maar hoe het verhaal werkelijk verloopt, daarvoor moet je er in meegaan. Interessant is nu dat in de jaren na die formuleringen van Nicea een drietal bisschoppen uit het midden van wat nu Turkije is (Cappadocië), stelden dat het werkelijk om de beweging gaat binnen die trits van Vader-Zoon-Geest en niet om de precieze omschrijving van wat nu het wezen van de Vader is of de natuur van de Zoon of de eigenschap van de Geest. De kerkelijke strijd ging helaas wel over die afzonderlijke bepalingen, maar die drie geestelijken uit Cappadocië stelden dat het om een gezamenlijk handelen (een energeia) ging. Het gaat om een identiteit van beweging, van scheppen, onderhouden en voltooien, die uit de gemeenschap/ interactie van drie samen (Drie-eenheid) opkomt. Gregorius van Nazianze, een van die drie bisschoppen (gestorven omstreeks 390) was waarschijnlijk de eerste christelijke theoloog die beweging tot dragend element van zijn godsbesef maakte. “Bij hem is God niet meer Aristoteles’ Onbewogen Beweger, maar beweging in hoogste perfectie”, zo luidt voetnoot 5 op bladzij 62 van het boek ‘God in drie woorden’ van Alco Meesters, dissertatie Groningen, uitgegeven bij het Boekencentrum in 2006, een boek waaraan ik veel ontleend heb. Gregorius introduceerde de term perichorese om de wederzijdse doordringing van goddelijke en menselijke natuur aan te duiden. Pas vanaf de zevende eeuw wordt die term algemener, maar voor toen was het een uniek besef: doordringing, beweging, rondedans (perichoresis betekent rondedans) is het goddelijke. Over het wezen, het zijn (de ousia) van God weten we niets, stelde hij. Wat we weten uit het verhaal ons overgeleverd zijn alleen de hypostasen. Dat zijn de manifestaties, de bijzondere gebeurtenissen van verwekken, ontvouwen en uitgaan. De Griekse term hypostases werd in het Latijn, de taal van de West-Romeinse kerk, als personen vertaald en dat had nog iets van optreden, van de verschijning van een actant in een geschiedenis. Later werd het woord hypostase heel letterlijk omgezet als substantia. Vertalen is altijd de moeilijkste van alle moeilijkheden want daardoor werd het zijnsdenken nadrukkelijk geherintroduceerd. De drie Griekstalige Cappadociërs bedoelden dat slechts de Drie samen een wezen, een ousia constitueren. Ze zijn een gemeenschap die samen de ene God is. Hun zijn is een leegte die gevuld is met aanwezigheid.
Ik weet niet of Bennetts toespeling op Nicea doelde op dat achterliggende besef van de Cappadociërs van beweging, van zijn door relatie ofwel van zijn in gemeenschap. Haar notie van assemblage zou er op kunnen aansluiten. The power of things is immers dat ze interacteren, een verband aangaan, reageren in gemeenschap. Het is de beweging, de interactie die de materie, de stoffelijke werkelijkheid, vibrerend maakt, levendig maakt. Net als de Cappadociërs ervaart ze de taalproblemen: hoe omschrijf je, hoe leg je niet-fixerend vast in woorden wat wezenlijk beweging is.
Het hele aardige van die door Gregorius van Nazianze geïntroduceerde bewegingsterm perichorese, rondedans, is dat duizend jaar later, na de ondergang van de Oost-Romeinse, Byzantijnse kerk en de komst van de Islam in het Turkije van nu de mysticus Rumi (de Romein, de Oost-Romein) in diezelfde regio contact krijgt met de Soefi-stroming en de dansende derwisjen. Hij schrijft in liefdestaal de choreografie van aantrekking en gescheidenheid. Het gaat om de wederzijdse doordringing van tegendelen, het inter-esse, het tussenbestaan in het zichtbare en het onzichtbare. In de dans rondom de leegte is er volheid.
Het besef van toen dat beweging, interactie, relatie, personalisering de holte tot volte, de leegte tot levendige en vibrerende werkelijkheid maakt, gaf Jane Bennett misschien de gedachte in haar assemblage een Nicene Creed te noemen..
Bé Damman, cursist zomercolleges HOVO 21ZV-09 over Jane Bennett, Vibrant Matter
Beste Petra,
Jouw geadviseerde artikel vond ik op een andere website die makkelijker te lezen en uit te printen is. Wellicht ook makkelijker voor anderen.
Met vriendelijke groet,
Marianne Kooij
http://images.tresoar.nl/bibl-collectie/Hermeneus/Jaargang%2075/7502/7502.pdf