Hier kun je opmerkingen, boekentips en dergelijke kwijt die betrekking hebben op de cursus. Let op; het duurt enige tijd voor je de reactie terugziet op de pagina. I.v.m. ongewenste reclame moet ik namelijk toestemming geven vóór plaatsing.
Reacties Gabriel, Waarom de wereld niet bestaat
Dag Petra,
Grappig dat je vanmorgen de reclamecampagne van de remonstranten aanhaalde: “Mijn god houdt ook van homo’s”. Ik herinner me die posters bij ons in de remonstrantse kerk in Hengelo nog. De tekst was eigenlijk anders, nl. ‘Mijn god trouwt ook homo’s”, maar er was vast wel een andere poster met de tekst “Mijn god houdt ook van …” .
Ik was niet gek op die campagne, maar ze trok wel de aandacht en aangezien ik toen de PR voor die gemeente verzorgde, stonden er dergelijke teksten onder mijn zakelijke e-mails.
Overigens is mijn ervaring dat elke remonstrant dat godsbegrip op zijn eigen wijze invult.
N.a.v. College 1 en mijn voorbereiding voor college 2 heb ik drie vragen:
1 Is het juist dat iets bestaat alleen als je kunt aanwijzen waar het bestaat?
2 Met zijn ‘Nieuw Realisme’ presenteert Gabriel zijn metafysica?
3 Wat bedoelt Gabriel precies met het begrip ‘Register’ ? En waar komt dit woord vandaan of is dit een woord dat hij zelf heeft bedacht?
Het tweede college vond ik erg goed. Misschien juist door het uitvallen van de beeldtechniek bij ZOOM en daardoor de PowerPoint presentatie vond ik Petra losser en inhoudelijker, op het boek gericht.
Dag Petra,
Hierbij een bescheiden reflectie op het gelezen gedeelte van pagina 25 t/m 54 regel 8.
Pagina 26 r. 15 ev. Gabriel maakt de onderstelling dat “het geheel eigenlijk niet meer is dan een enorme opeenhoping van subatomaire deeltjes of nog idiotere structuren – tekst tussen gedachtestreepjes- wordt het bijzonder lastig om daar nog een zin in te ontdekken, omdat…..
Hier raak ik de schrijver kwijt, of het moet verkeerd vertaald zijn.
Afgezien van het feit dat een ‘idiotere structuur mij merkwaardig overkomt is naar mijn bescheiden wat wij waarnemen is :
1. Tijd ( Chronos, meetbaar)
2. de meetbare 3 dimensies
3. energie en massa ( meetbaar)
4. meetbare doelen als creatie ( ziel)
– prestaties ( stoffelijk en onstoffelijk)
– mislukkingen
– afwijkingen
Bekend is over de subatomaire deeltjes dat deze niet (meer) de eigenschappen bezitten die de afzonderlijke bouwstenen : elementen d.w.z. 1. de atomen en 2. de moleculen (samenstel van atomen) hebben. Om vervolgens uit deze bouwstenen gevolgtrekkingen te maken voor aspecten die onder waarneming 4 vallen, lijkt mij een onbegaanbaar pad. ( Gabriel: woonkamer, verveling, politiek, reis naar Londen, tragedie, saterspel, ja wat, 1/0, genitale verminking, vegetatieve behoefte van zijn hond (p 48r6 )
aanvulling 1
pg 35. r 21. tafel en koffievlekken zijn gedefinieerde moleculen en worden als stof zodanig herkent. Subatomaire deeltjes hebben de eigenschappen niet meer die kenmerkend zijn voor koffie en de salontafel ( van steen, hout, kunststof). Juist door het woord’ identificeren ‘ te gebruiken (regel 22) raak ik het spoor kwijt.
aanvulling 2
Interessante observatie dat de relativiteitstheorie van Einstein een hersenspinsel ( = dwanggedachte) is. ( Creatie, meetbare waarneming 4)
aanvulling 3
pagina 52 Conclusies
ad 1. Ook de LED verlichting en de laptop in de woonkamer is objectgebied van de natuurkunde
ad 2. objectgebieden hebben wel/geen overlap of zijn deelverzameling van een omvattend objectgebied
ad 3. Ook ‘zijnden’ kleiner dan nano dimensie is een objectgebied ( van de natuurkunde)
ad 4. spreken is naar mijn opvatting energie + bezieling. Afwijkingen in spreken kunnen een fysische oorzaak hebben. ( Deze conclusie komt mij stellig over)
ad 5. Lijkt mij geen conclusie maar een opvatting
met vriendelijke groeten,
Wim Schipaanboord
Wim,
De zin klopt qua vertaling. Waar het denk ik misgaat in de duidelijkheid, is dat Gabriel hier meningen en verheldering door elkaar laat lopen. Opmerkingen als ‘idiotere structuren’ komen voort uit zijn -zeker toen nog- heftige ergernissen over het materialisme en fysicalisme. Wat hij neer wil zetten is een kritiek op het idee dat wij niet meer zijn dan een hoopje materie in welke vorm dan ook, binnen één omvattend geheel dat we de wereld kunnen noemen. Ik kom in het komende college hier op terug, omdat Gabriel probeert, in het kielzog van Leibniz, een nieuw pluralisme te ontwikkelen. In dat pluralisme is er ook ruimte voor zingeving, maar niet op de wijze van een in het geheel der materiele ontologie gevonden zinvolle materie. Het gaat om verschillende zinvelden die elk hun eigen register hebben. Wij zijn -als mens- deels verschijnende objecten in de biologie, maar ook in andere zinvelden. Denk aan het voorbeeld van de treinmachinist die door de fysicalist beschreven wordt als louter deeltjes, maar toch wordt er een kaartje gekocht en ingestapt. (blz 36)
Meer hierover in het college.
Groet Petra
Petra, dank voor je toelichting! In ben benieuwd.
Groet Wim
De reactie van Wim S maakt voor mij als aanvulling het boek moeilijker dan het toch al is. Daarom ben ik benieuwd naar de PowerPoint voor college 3.
Ik heb geprobeerd in een mindmap de begrippen zinveld en object(gebieden) te ontrafelen en via hun waarheidswaarde hun relatie tot de werkelijkheid. Marcus G presenteert immers een nieuw realisme.
Al lezende vanaf 70 tot 73 meen ik te begrijpen dat zinvelden bepalen hoe objecten verschijnen (..de manier waarop..) en objectgebieden bepalen welke dingen, feiten, objecten verschijnen. Petra, wil je dat eens toelichten?
Ik raak in verwarring over het verschil tussen ‘dingen’ en ‘objecten’. In de 7e dia van het tweede college wordt van objecten gezegd dat ze concreet (wat is dat trouwens) en materieel zijn; terwijl dingen dat niet hoeven te zijn.
Marcus Gabriel zegt het m.i. tegenovergestelde. Zie de laatste twee regels onderaan blz. 38: “…het essentiële verschil tussen objecten en dingen: die laatste zijn altijd concreet en materieel van aard, de eerste hoeven dat niet per se te zijn.”
Dit laatste sluit aan bij de omschrijving OBJECT in de woordenlijst op blz. 206: “Iets waarover wij kunnen nadenken met gedachten die waarheidswaarde hebben. Niet alle objecten zijn dingen in de ruimtetijd. Ook getallen en droombeelden zijn formeel gezien objecten.”
In die lijst wordt helaas geen omschrijving gegeven van het begrip DING.
Hallo Hiltje, ja die verwarring ligt deels bij mij. Dia 7 klopt niet. Ik heb voor een duidelijker uitleg nu een soort woordenlijstje gemaakt dat staat morgen online. Ik kom er maandag op terug. Je hebt gelijk; dingen zijn materieel (res extensa) objecten niet. Gabriel gebruikt dit wat gezochte onderscheid omdat hij objectgebieden wil kunnen maken waar geen dingen (in de zin van materie/res extensa in bestaan) die wel onderzocht kunnen worden met bepaalde regels en methoden. je zou zeggen dat het bij dingen gaat om zaken die empirisch zijn, ware het niet dat Gabriel denken als een zintuig opvat.
Schets van een essay (slechts een probeersel, een mindmap)
Uitspraak 1 leidt indirect tot uitspraak 2 die indirect leidt tot 3 en/of 4 leidt enzovoort (tussen de nummers 4 t/m 13 bestaat een diffuse wolk van causaliteiten
1. Feiten bestaan niet (F. Nietzsche)
2. Meningen en opvattingen zijn niet meer dan expressies van belangen (F. Nietzsche, oa M. Foucauld/postmoderne filosofie)
3. Anti verlichting
4. Democratie is onmogelijk, want debat waarbij feiten niet worden erkend en waar meningen niet
meer zijn dan expressies van belangen leidt een debat niet tot redelijke oplossingen en is dus zinloos
5. Roep om een sterke man die namens het volk spreekt
6. Een partij kartel maakt nu de dienst uit
7. Wetenschap is hooguit een mening
8. Opwarming van de aarde is fake news
9. Fake news media, “Staatsomroep”
10. Quanon
11. Ministers zijn clowns (Baudet in VK van 10/2/2022)
12. Bestorming van het Capitool
13. Et cetera…
Filosofie is geen ivoren toren. Opvattingen van filosofen sijpelen in versimpelde en karikaturale vorm door in de samenleving en het publieke debat. Postmoderne filosofie heeft aanvankelijk tot zinvolle twijfel geleid, maar leidde uiteindelijk tot zinloos nihilisme. Het belang dat Gabriel is, denk ik, dat hij een filosofisch fundament ontwerpt om waarheidsaanspraken en opinies te funderen. Daarmee dient hij een belangrijk maatschappelijk belang.
Loek van Bennekom
College 4 pagina 88 r8
Petra,
Jij vroeg naar een alternatief voor het verschijnsel ‘een oneindig Droste-effect’. Het geval wil dat ik in voorbereiding van het college mijn vrouw tussen twee spiegels plaatste om zo haar dit effect zelf te laten ervaren. Dit effect zou ik naar mijn bescheiden mening ‘resonantie’ willen noemen. Ik heb begrepen dat het fysisch gezien niet oneindig kan doorgaan omdat er aan de reflectie van iedere spiegel ‘lekkage’ van het licht optreedt en zo de resonantie steeds verder afneemt.
Bij het ‘Droste effect’ speelt ook iets dergelijk; daar houdt het op bij de fijnheid van de penseel om nog een getrouw beeld te kunnen scheppen en met een elektronenmicroscoop zouden we nog een stukje verder kunnen ‘kijken’.
Bijna komisch is het dat bij het zoeken op internet ’two mirrors in opposite direction’ ik ook bij het ‘Droste effect” uitkom. Verdere verdieping is te vinden onder : Fabry-Perot resonator op internet.
Wat het woord ‘oneindig’ betreft zou Markus Gabriel toch nog eens met een fysicus moeten gaan praten of het het woord weglaten.
Met vriendelijke groeten
Wim Schipaanboord
Geachte mevrouw Bolhuis
Ja net als bij Jaspers een echt boeiend college dank u
Alleen noemt u soms namen die zo snel gaan dat ik die helaas niet kan terughalen in mijn geheugen maar misschien kunt u eeen naamlijst bijhouden voor mij is een naam genoeg
Verder kon ik college 7 en 8 helemaal niet lezen
En ook bij de masterscriptie verzandde ik ik ben verder geen lid van iets op internet behalve email
met vriendelijk groet
JJ den Houting
Ik heb het bekeken en de linken werken inderdaad niet. Ik zal andere linken toevoegen. In principe zouden alle linken zonder verder abonnementen te lezen moeten zijn.
groet, Petra
Dag Petra,
Gedachtegangen die mij bij elk college achtervolgt:
Blz. 53, Wat is bestaan? Gabriels eigen definitie: bestaan is de omstandigheid dat iets in een zinveld verschijnt.
Dit betekent dat voor het fenomeen ‘bestaan’ aan drie criteria moet worden voldaan: (1) er moet iets zijn dat verschijnt, (2) er moet een waarnemer zijn, (3) er moet een zinveld zijn.
Opmerking bij (1)
Als iets verschijnt dan impliceert dat een waarnemer.
De waarnemer neemt waar, ziet iets, kijkt naar of schouwt (desnoods).
Iets (object A) wat niet verschijnt wordt niet waargenomen. Of is dat een al te voorbarige conclusie? ‘Verschijnen is hier een heel lastig begrip. Met dit waarnemen bedoel ik elke registratie met één of meerdere van onze zintuigen. Instrumenteel waarnemen kan ook, maar dan moet het instrument worden ‘waargenomen’. Wat kan er dan nog gezegd worden over een eventueel bestaan van dat object A?
Hier betreed je naar mijn idee het terrein van het ontische, het ‘Ding an sich’.
Opmerking bij (2)
Een waarnemer kan ook ‘niet-epistemisch’ waarnemen (hoewel dit onderwerp al heel lang onder discussie staat): Hij kijkt wel maar ziet niet dàt…. (een waarnemen dat niet conceptueel is)
Er is dus wel een object en misschien mag je dan spreken van een objectgebied, maar toch niet van een zinveld want het verschijnt niet.
Opmerking bij (3)
Als er een zinveld is dan mag je dus spreken van het bestaan van een zinveld, met andere woorden, er is een zinveld waarin dat zinveld verschijnt, waarmee we tegen het ‘omgekeerde Droste-effect’ aanlopen. (het omgekeerde fractal-effect). Dit effect deed uiteindelijk Gabriel een vraagteken zetten bij het bestaan van de wereld. (of uitroepteken). Dat leidt dan tot de vraag: wat is, in dit licht, de ontologische status van een zinveld?
Ik heb moeite met de relatie bestaan – verschijnen.
Om het noumenale heenlopen lijkt mij riskant. Zeker in het besef dat onze waarneming(sapparatuur) zijn beperkingen kent.
Maar goed, we zijn pas op de helft van de colleges.
Vriendelijke groet,
Bauke Jan van Kampen
Dag Petra,
Ter voorbereiding van college 7 lees ik ‘Religie en het zoeken naar zin’. Gabriel jongleert in mijn ogen met allerlei termen over de menselijke geest, bewustzijn, denken en geest. Geest is de getuigenis en de instandhouding van een zelfbegrip, staat er letterlijk.
Ik raak Gabriel helemaal kwijt, maar ik heb het gevoel dat hij hier tot de kern van zin probeert te komen, dat iets met religie en God (die wel en niet bestaat) te maken heeft. Mijn vraag is of je hier jouw licht over wil laten schijnen.
Ik kom hier in het komende college op terug. Dan gaan we kijken wat hij met betrekking tot Religie en kunst doet met zijn zinveldentheorie.
De volgende link bevat een uittreksel van het boek, alle “sappige” stukjes, voorbeelden en verduidelijkingen zijn weggelaten, zodat een skelet-versie overblijft:
https://www.uboeschenstein.ch/texte/Gabriel-Welt.pdf
Het komt mij voor dat Gabriel midden in p.155 direct voortbouwt op het humanisme van Feuerbach. “Daarom begint de menselijke geest……, de menselijke geest zelf is.” Die zin lijkt mij een rechtstreekse weergave van de kern van het humanisme van Feuerbach. Verder redenerend komt hij bij Kierkegaard uit, om her en der verstrikt te raken in diverse begrippen, zoals hierboven al door Dick Viveen aangegeven. Via Kierkegaard en een soort neo-existentialisme arriveert Gabriel bij de “functie van God” (p.163).
Voor de verhouding wetenschap – religie vind ik het laatste hoofdstuk van “Licht in de Duisternis” door de astrofysicus Heino Falcke relevant. Daarin licht deze wetenschapper glashelder uit hoe zijn geloof in God verenigbaar is met zijn geloof in de wetenschap.
Vragen:
We naderen het eind van de cursus, dan wordt het spannend of we wel de juiste vragen aan Gabriel (via de onvolprezen Petra natuurlijk) hebben gesteld.
Zo wil ik weten n.a.v. de 6de ppt hoe Gabriel waarheid en leugen definieert.
Verder bestaan er volgens Gabriel morele feiten, die universeel waar zijn. Zijn deze morele feiten een subset van de Verklaring van de Rechten van de Mens?
Bovendien worden er veel niet algemeen gedeeld, want worden beschouwd als westerse constructies.
Het categorisch imperatief van Kant, waar ook Gabriel naar verwijst, is eigenlijk een lege dop. Een Talib kan hem invullen met het verbieden van onderwijs voor meisjes en vinden dat dat een universele wet moet zijn.
Met vriendelijke groet, Dick Viveen.
Hallo Dick,
Gabriel zou tegenwerpen dat het onmogelijk een universeel principe kan zijn want als je vrouw bent zou je dit geen wet willen laten worden. Dat is door Rawls analyse van rechtvaardigheid scherper duidelijk gemaakt. Hij gebruikt dan zijn
experiment om te laten zien dat je het echt alleen maar een categorische imperatief vindt zo lang je zelf geen vrouw bent.
groet, Petra
Dag Petra,
De slottekst, die je geschreven hebt, is een uitstekende samenvatting.
Al zijn de dagen van de postmodernen en de constructivisten nog lang niet geteld, meen ik in de tekst bij u wel een ‘bekering’ te bespeuren.
Nogmaals hartelijk dank voor de slottekst.
Met vriendelijke groet, Dick Viveen.
En, Petra, ook dank om deze eigentijdse Duitse filosoof over het HOVO-voetlicht te brengen middels heldere colleges.
Met vriendelijke groet, Dick Viveen.